Samenvatting
De geheime diensten etaleerden na de Tweede Wereldoorlog veel interesse voor de ‘rooie’ Zaanstreek. Met name de talloze socialisten en communisten daar genoten hun belangstelling. Infiltratie, afluisteren, valse voorwendselen; weinig middelen bleven onbenut om mogelijk staatsgevaarlijke tegenstanders in kaart te brengen. Soms ging de bemoeienis zelfs verder waar de nazi’s in 1945 eindigden. In 'De geheime dienst en de Zaanstreek' wordt het nodige onthuld over de werkzaamheden van Binnenlandse Veiligheidsdienst en Politie Inlichtingendienst. Een Oostzaanse CPN-wethouder werkte tientallen jaren als BVD-informant. Een junk uit Wormer infiltreerde en provoceerde in opdracht langdurig de kraakbeweging en politieke partijen. Een voormalige Zaanse verzetsstrijder werd mede vanwege zijn seksuele gerichtheid op de korrel genomen. Ook het binnendringen in vele andere Zaanse organisaties komt aan de orde. Het roept de vraag op of de overheid eigenlijk wel greep had op de 'gleufhoedenbrigade'.