Samenvatting
Hoewel Franse filosofen als Foucault en Derrida het ik in de jaren zestig van de vorige eeuw doodverklaarden, leeft het nog altijd voort. Wel lijken zich door de komst van het internet – via Twitter, blogs en digitale vriendennetwerken – verschuivingen voor te doen in de manier waarop het ik zich manifesteert. Al zijn de huidige verschuivingen nog moeilijk te duiden, het wordt al wel duidelijk dat het ik niet iets stabiels is. Dankzij technische innovaties en culturele en maatschappelijke omwentelingen kan het ik veranderen. De huidige veranderingen zijn dan ook zeker niet de eerste die er in de westerse houding ten opzichte van het ik optreden. Aan de hand van egodocumenten als dagboeken, autobiografieën, memoires en brieven (geschreven tussen omstreeks 1500 en 1850 in het gebied dat we nu Nederland noemen) neemt Peter Buijs de lezer mee op een ontdekkingsreis naar de geboorte van het moderne ik. Een ik dat zich vanaf omstreeks 1650 begint te ontworstelen aan het christelijke denken over ziel en lichaam, en vanaf 1750 steeds sterker verbonden raakt met het streven naar aards geluk.