Samenvatting
Zij reizen, met de seizoenen mee, van dorp naar dorp. Zij plukken en oogsten in het voorjaar asperges en aardbeien, in de zomer meloenen, lindebloesem, lavendel, fruit en druiven en rond kerst olijven en kaki’s. Het zijn vooral mannen, verloren en zoekend, die dat zware werk doen en ze worden door de plaatselijke bevolking met de nek aangekeken en uitgebuit door hun werkgevers. Wanneer een vrouw meedoet bij de oogst leidt dat altijd tot ophef in de ploeg, of na het werk in de kroeg. Rosalinde heeft dit leven bewust gekozen. Een leven aan de rand van de maatschappij, tussen de opdringerige mannen, maar altijd buiten, in de onverschillige en prachtige natuur. Ze denkt veiligheid te vinden bij haar vriendin Mounia – in alles haar tegenpool en misschien wel daardoor een baken van liefde en rust. Maar dat blijkt niet meer dan een illusie. Wie kan je vertrouwen en waarnaar ben je eigenlijk op zoek? Net als in Open zee slaagt Catherine Poulain erin om de lezer een onbekende wereld binnen te trekken: die van de fruitplukkers in de Provence onder de verzengende zon, met snerpende krekels, korte nachten en ongekende geuren. Of in de Alpen, in de modder en de kou. De fruitplukkers geeft – voor het eerst in de literatuur – een stem aan deze buitenstaanders die we anders nooit horen. Voor wie schrijvers als John Steinbeck, Upton Sinclair en Bruce Chatwin bewondert is De fruitplukkers een ‘mustread’!