Samenvatting
De essentie van recht is de verwerkelijking van de vrijheid. Wat daarvoor nodig is en hoe deze gestalte krijgt, is door Georg Hegel (1770-1831) uitvoerig neergelegd in zijn rechtsfilosofie. Hegels publicaties op dit gebied behoren zonder twijfel tot de belangrijkste en invloedrijkste van de moderne tijd. Het hoofdwerk van Hegel in dit verband is Hoofdlijnen van de rechtsfilosofie uit 1821, dat in 2014 in Nederlandse vertaling verschijnt bij Uitgeverij Boom. In 1830 verschijnt zijn zogeheten Enzyklopädie. Daarin komt zijn rechtsfilosofie opnieuw op beknopte en heldere wijze aan de orde. Onder de noemer van de objectieve geest bespreekt Hegel hoofdpunten van zijn filosofie van recht, moraal, politiek en geschiedenis. De beroemde filosoof doet dat op een toegankelijke en systematische wijze. De teksten bieden een schat aan inzichten in de grondslagen van onze huidige rechtsstaat. Vertaler Bart Labuschagne voorziet de teksten van een duidelijke inleiding en toelichtende commentaren bij de verschillende paragrafen. Dit boek leent zich uitstekend voor academisch onderwijs in de (rechts)filosofie en is tegelijkertijd een prachtige uitgave voor iedereen die kennis wil maken met het oorspronkelijke werk van een van de grootste filosofen uit de Duitse geschiedenis.