Samenvatting
In het jaar 2031 detecteert een robotsonde sporen van biologische activiteit op Enceladus, een van de manen van Saturnus. Deze sensationele ontdekking laat zien dat er inderdaad bewijs is voor buitenaards leven. Vijftien jaar later begint een haastig gebouwd ruimtevaartuig aan de lange reis naar de geringde planeet en zijn maan.
De internationale bemanning staat niet alleen een reis van zevenentwintig moeilijke maanden te wachten: als het ruimtevaartuig erin slaagt Enceladus zonder incidenten te bereiken, moet het een boorschip gebruiken om door de kilometers dikke ijslaag te dringen die de maan omhult. Als er inderdaad leven bestaat op Enceladus, kan dat alleen op de bodem van de zoute, met ijs bedekte oceaan zijn, die zich miljarden jaren geleden heeft gevormd.
Kort na het opstijgen wordt de missie echter getroffen door een ramp, en de kansen dat de bemanning Enceladus zal bereiken, laat staan terug naar huis kan komen, zien er somber uit.