Samenvatting
Japan. Zeventiende eeuw. Sommige samoerai waren levenskunstenaars, enkele waren zelfs dichter, beeldend kunstenaar, kalligraaf, schrijver en filosoof. Mannen met een ijzeren wilskracht, en toch, in bepaalde situaties, overgevoelig. Altijd gereed om te sterven.
Bloeddorstig in het harnas, te paard, op het slagveld, sereen en lucide aan de schrijftafel: de samoerai.
Deze roman gaat over de eigenzinnige samoerai (en latere rechtvaardige rechter) Sasaki Kojiro in de tijd van de militaire dictator, shogun Everzwijn.
Na de slag bij Sekigahara in 1600, brak in Japan een tijdperk van rust en voorspoed aan. De Japanners leefden in harmonie en vrede met elkaar, bijna iedereen kreeg dagelijks voldoende te eten.
Samoerai, wijzen en dwazen behoorden goed gekleed te gaan. Maar in werkelijkheid was het in sommige huizen een ware hel; in één van deze huizen kwam de held van deze geschiedenis, Sasaki Kojiro, ter wereld, die op een dag zelfs shogun Everzwijn de les zou lezen.
Deze spannende roman gaat niet alleen over samoerai, maar ook over wellustige vrouwen, kunstenaars, de jacht, piraten, rechtspraak, rechtvaardigheid, zwervers, fantastische vertellers, kunst, kalligraferen, de kunst van het bloemschikken, theeceremonie en begrijpelijke, praktische filosofie.