Samenvatting
Wandelen was lange tijd iets voor de elite. Tot in de tweede helft van de negentiende eeuw de doopsgezinde predikant Jacobus Craandijk besloot zijn voettochten te beschrijven. Craandijk was een chroniqueur van zijn tijd. Laverend tussen vooruitgangsoptimisme en nostalgie, beschreef hij in meanderend proza een snel veranderende samenleving. Door de industrialisatie ding het land op de schop en met de komst van de spoorwegen werden talloze streken toegankelijk gemaakt; tegelijkertijd ontstond er belangstelling voor de natuur. Met zijn Wandelingen door Nederland met pen en potlood wist Jacobus Craandijk zijn landgenoten massaal op de been te krijgen. Flip van Doorn, verwoed wandelaar én schrijver, treedt in de voetsporen van Jacobus Craandijk, om Nederland opnieuw te ontdekken en om het land te bekijken door de ogen van de eerste wandelaar.