Samenvatting
In de ogen van menige zeventiende-eeuwer was de Hollandse raadpensionaris de leider van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dat is niet zo'n vreemde gedachte.
Holland was het machtigste gewest en in de praktijk bepaalde de Hollandse raadpensionaris daarom niet alleen de politiek in zijn eigen gewest, maar vaak ook die van de Staten-Generaal. Veel buitenlandse diplomaten en koningen dachten daarom dat de raadpensionaris in dienst was van de Republiek.
Om beter te begrijpen wat het ietwat dubbelzinnige ambt van raadpensionaris inhield, vergelijkt Jaap de Haan het optreden van Johan van Oldenbarnevelt met dat van Johan de Witt en Gaspar Fagel. Hij onderscheidt hierin een ambtelijke, een uitvoerende, een politieke en een representatieve functie. Ook de eerste minister in Spanje, Engeland, Frankrijk, Zweden en Brandenburg – de evenknie van de raadpensionaris – oefende deze vier functies uit. De Hollandse raadpensionaris kan daarom worden beschouwd als de eerste minister van de Republiek.