Samenvatting
In een zoektocht door Europa toont Miek Zwamborn de speelruimte van de hedendaagse roman aan. De hoofdpersoon van De duimsprong gaat op zoek naar haar geheimzinnig verdwenen neef, met wie zij jaarlijkse bergtochten maakte in een gedeelde fascinatie voor geologie. Maar gaandeweg verdwijnt Jens uit beeld, en raakt de blik van de verteller gevuld met alpenvergezichten en de geschiedenis van de geologie. Wie was bijvoorbeeld de befaamde Zwitserse landmeter en geoloog Heim, en welke rol speelt hij in het leven van de hoofdpersoon? Wie zoekt 73 watervallen af naar het mooiste g-akkoord? En in welk verband staat de befaamde land slide van Lyme Regis en een van de vroegste ballonvaarten met dit alles? In een schitterende combinatie van fictie en non-fictie en geschiedenis maakt Miek Zwamborn de lezer in deze roman deelgenoot van haar fascinaties voor historie, geologie, biografie en fotografie, maar evenzogoed van de topografie van het verlies.