Samenvatting
Moderne wapens, internationale conflicten en toenemend wantrouwen vormden aan het einde van de negentiende eeuw een gevaarlijk huwelijk. Om die dreigende geweldsspiraal te beteugelen kwam in 1899 en 1907 een bont gezelschap van diplomaten, juristen en activisten bijeen in Den Haag. Op twee internationale vredesconferenties werkten zij aan verdragen en organisaties die tot een vreedzamere wereld moesten leiden. In grootsheid en ambitie waren de conferenties ongeëvenaard – voor even was Den Haag het centrum van de wereld. Aan de hand van sleutelfiguren als de beroemde vredesactivist Bertha von Suttner en de trotse Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken Willem Hendrik de Beaufort, vertelt BenjaminDuerr het verhaal van de twee geruchtmakende conferenties. Hij laat zien hoe zij streden voor ontwapening, regels in tijden van oorlog en de oprichting van internationale rechtbanken, maar ook hoe hun idealisme botste met de realpolitik van grootmachten. Na twee wereldoorlogen bestempelden velen de Haagse conferenties als mislukt, maar in De droom van Den Haag laat Duerr met overtuiging zien dat hier het fundament werd gelegd voor de wereldorde van vandaag