Samenvatting
De dood van Eurydice is een fijnbesnaarde en wetenschappelijk hoogstaande evocatie van het nihilistisch geïnspireerde denken over samenleving en cultuur op scharniermomenten in het 20e-eeuwse Europa. Het boek verkent daartoe de (grond)stemmingen die ten grondslag liggen aan de maatschappij- en cultuurkritische werken van de Duitstalige intellectuelen Georg Simmel, Arnold Gehlen en Theodor W. Adorno. Anders dan in de queeste van Orpheus na de tragische dood van zijn geliefde nimf Eurydice, spelen in dit boek niet de monsters van de Onderwereld een hoofdrol. Wel toont de auteur aan waarom onder meer de verbrokkeling van sociale instituties, tot het uiterste gedreven processen van arbeidsverdeling en de uitbouw van een zogenaamde cultuurindustrie het voortbestaan van een humanistisch cultuurbegrip tot in onze huidige 21e eeuw ernstig bemoeilijken. In De dood van Eurydice volgt Matthias Bunneghem een geheel eigen pad, geïnspireerd door hermeneutische onderzoeksmethoden en de essayistische stijl die de vroeg twintigste-eeuwse Duitstalige cultuursociologie kenmerkt. Deze werk- en denkvorm stimuleert en voedt theoretisch uitdiepende en waardegeladen gedachtewisselingen met tegenspelers zoals Ernst Cassirer, Franz Kafka, Peter Sloterdijk en Jürgen Habermas.