Samenvatting
Louis Th. Lehmann (1920-2012) was een excentrieke man. Dichter tegen wil en dank, danser, componist, surrealist, jurist en gepromoveerd scheepsarcheoloog, even prominent aanwezig in kunstenaarsdorp Ruigoord als bij internationale wetenschappelijke symposia. Al voor de oorlog, op zijn 18e, werd Lehmann erkend als een groot dichter door Menno ter Braak, Simon Vestdijk en Ed. Hoornik. Zij roemden zijn jeugdig elan, zijn moderne en pakkende beeldspraak: ‘Overrompelend oorspronkelijke verzen’. Zijn hele leven bleef Lehmann poëzie schrijven. Hij kon niet anders maar liet geen kans voorbijgaan om te verklaren dat dans en muziek veel belangrijker voor hem waren. Bij vlagen keek hij neer op zijn eigen gedichten. Bij Lehmann was de vent belangrijker dan de vorm. In deze biografie rijst het beeld op van een intelligente, erudiete en gesoigneerde bohémien met een stevige gebruiksaanwijzing, actief als kunstenaar van 1939 tot aan zijn dood. Het verhaal van Lehmanns leven en streven sluit aan op de ontwikkelingen in de Nederlandse literatuur. Biograaf Jaap van der Bent schetst een veelzijdig chronologisch beeld. Aan de orde komen aspecten van de geschiedenis van het Nederlandse surrealisme, van uitgeverij De Bezige Bij, de literaire bladen, Poetry International en Ruigoord. De auteur is erin geslaagd een fascinerend schrijversleven organisch te verbinden met zeven decennia kunst in Nederland. De uitgever heeft ervoor gekozen om de biografie ruim te illustreren, met af en toe opmerkelijk beeldmateriaal. De dichter die het niet wilde zijn maakt duidelijk dat Louis Lehmann niet alleen een groot en origineel dichter was maar ook een intrigerende persoonlijkheid, iemand die zich moeilijk kon binden – niet aan personen maar ook niet aan literaire stromingen. Hij leefde tot op zekere hoogte voor zichzelf, zoals veel kunstenaars.