Samenvatting
Lange tijd ontbrak het in de literatuur aan een breed opgezette studie over de uitleg en toepassing van het enquêterecht in (inter)nationale concernverhoudingen. Deze uitgave brengt daarin verandering, met een uitvoerige analyse op het snijvlak van het ondernemingsrecht en het internationaal privaatrecht. Het enquêterecht is een belangrijk onderdeel van het ondernemingsrecht. Hoe gaat dit rechtsgebied om met concernverhoudingen, zowel binnen als buiten onze landsgrenzen? Deze vraag staat centraal in De concern (genoten)enquête. Naar huidig en wenselijk recht. Niet alleen treft de lezer in deze uitgave een grondige analyse aan van de doorwerking van het enquêterecht in concernverhoudingen, ook wordt stilgestaan bij het formele en materiële internationale privaatrecht. De auteur buigt zich hierbij over vragen omtrent rechtsmacht en het toepasselijke recht. Deze uitgave onderscheidt zich in breedte, diepte en de uitvoerige verwijzingen. Deze verwijzingen naar relevante literatuur en jurisprudentie maken verdere verdieping mogelijk. Door uiteenlopende onderwerpen van een diepgravende analyse te voorzien, slaagt de auteur erin met deze uitgave een breed lezerspubliek aan te spreken. Zowel wetenschap, advocatuur, rechterlijke macht als overheid doen er hun voordeel mee. Hoofdstuk 7 over de enquêtebevoegdheid van houders van (certificaten van) aandelen in concernverhoudingen vormt een belangwekkend onderdeel. Hierin wordt ingegaan op de vraag waaraan (het verzoek van) een aandeel- of certificaathouder moet voldoen om bevoegdelijk te kunnen verzoeken om een enquête bij zowel de moedermaatschappij als haar dochtermaatschappij.