Samenvatting
In deze titel worden de vragen van onrechtmatigheid, causaliteit, relativiteit en redelijke toerekening voor het eerst volledig in hun onderlinge samenhang voor het besluitenaansprakelijkheidsrecht bestudeerd. De publicatie gaat tevens uitgebreid in op het algemene civiele recht. Dit maakt de publicatie een aanrader voor wetenschappers en praktijkjuristen met een civielrechtelijke interesse en praktijk. De aansprakelijkheid van overheidslichamen voor onjuiste bestuursrechtelijke besluiten leidt voor zowel praktijkjurist als wetenschapper tot veelbesproken lastige vraagstukken. De praktijkjurist vraagt zich veelal af hoe in een concreet geval de leerstukken van onrechtmatigheid, causaliteit, redelijke toerekening en relativiteit toegepast moeten worden. De rechtswetenschapper stelt zich de vraag hoe die besluitenaansprakelijkheid dogmatisch moet worden ingebed in ons civiele aansprakelijkheidsrecht. De civielrechtelijke inbedding van het besluitenaansprakelijkheidsrecht beantwoordt de vragen van de praktijkjurist aan de hand van de beantwoording van de vraag van de wetenschapper. De auteur maakt tevens duidelijk hoe die inbedding in ons civiele aansprakelijkheidsrecht eruitziet. Hij illustreert aan de hand van praktijkvoorbeeld hoe die inbedding de beantwoording van die praktijkvragen vereenvoudigt. De titel gaat bovendien uitvoerig in op het algemene civiele recht en beschrijft hoe de leerstukken werken en hoe zij zich tot elkaar verhouden. Deze titel bevat tevens een driestapstoets waarmee de vragen van relativiteit en redelijke toerekening systematisch worden beantwoord. Dat leidt tot nieuwe praktische inzichten en tot een dogmatisch zuiverdere inbedding van het besluitenaansprakelijkheidsrecht in het algemene civiele aansprakelijkheidsrecht. Besluitenaansprakelijkheidsrecht actueel Zowel in het overheidsaansprakelijkheidsrecht als in het algemene civiele recht zijn de vragen van onrechtmatigheid, causaliteit, relativiteit en redelijke toerekening nog steeds actueel. Een aantal voorbeelden: Hoe stelt men het causaal verband vast tussen een onrechtmatig overheidsbesluit en de schade (denk aan de arresten X/UWV, Hengelo/Wevers en Gemeente Sluis)? Hoe stelt men de relativiteit van een geschonden norm vast? Welke schade komt op grond van de redelijke toerekeningsleer voor vergoeding in aanmerking (schietincident Alphen aan de Rijn-arrest)? De civielrechtelijke inbedding van het besluitenaansprakelijkheidsrecht is van grote waarde voor wetenschappers en praktijkjuristen die zich bezighouden met het aansprakelijkheidsrecht en in het bijzonder voor iedereen die geïnteresseerd is in het overheidsaansprakelijkheidsrecht.