Samenvatting
De rijmloze filosofische gedichten van 'De Canon van Traagheid' stromen voort uit de oorsprong van het trage Goed en spiegelen lichtende wijsheid naar eenieder die erdoor geraakt wil worden. Innerlijke vertraging en maatschappelijke versnelling vormen de twee dynamische tegendelen, waarmee de hedendaagse mens existentieel en specifiek met betrekking tot diens lijden steeds meer te maken heeft. De traagheid van het goede leven neemt in deze bundel gedichten centraal de vorm aan van de slak. Het is de filosofische mens, die als een ware slak, zijn levensgang gaat en daarbij traag denkend en handelend het leven bevraagt en aangaat, al begrenzend diens dikke-ik. Innerlijke vertraging vindt dan plaats en deze betreft het contemplatief in de innerlijke schulp kruipen, terwijl niets ongedaan blijft en het Goede in de wereld verschijnt.