Samenvatting
Een Nederlander en een Oegandees. Thomas en Mozes. Ze zijn gezworen vrienden en staan in Oeganda bekend als de 'projectpolitie'. Ze controleren door Nederland gesubsidieerde ontwikkelingsprojecten in het Afrikaanse land en registreren elke onregelmatigheid. De vriendschap echter komt zwaar onder de druk te staan als Mozes, een voormalig kindsoldaat, in aanraking komt met Amerikaanse evangelisten die hem ervan overtuigen de 'zieke ideologie' van de homoseksualiteit te bestrijden. Behalve dat hij daarmee Thomas als vriend dreigt te verliezen, neemt hij bovendien een ander, enorm risico.
Thomas van Bakel weet zijn Oegandese vrouw Josi ervan te overtuigen dat een leven in haar eigen land het beste is. Hij kan er iets betekenen, hij kan er iets goeds doen. In dit idee wordt hij gesterkt door een bezoek van Mozes Owech in zijn huis in Deventer. Met hun kind Sam verhuizen ze naar Oeganda, waar Thomas er al snel achter komt dat het land met zijn flagrante tegenstellingen van sloppenwijken en protserige villa's met Dorische zuilen, de eeuwige verkeerschaos, schaamteloze corruptie en open riolen, een uitdaging vormt. Hij ontmoet er Mozes opnieuw en al snel bundelen ze hun talenten. Ze inventariseren wat het land nodig heeft en waar het geld van de goede doelen blijft. Ze lijken voor elkaar geschapen. Mozes doorziet iedere vorm van oplichting en Thomas speelt zijn chauffeur wanneer ze weeshuizen, scholen, klinieken en dorpsgemeenschappen controleren. Hun afwijkende aanpak blijkt succesvol.
Thomas heeft echter geen weet van de gevoelens en nachtmerries waarmee Mozes voortdurend te kampen heeft. Nog steeds is hij bezig met overleven en wanneer zich een kans voordoet het tot parlementslid te schoppen is hij bereid verder te gaan dan Thomas ooit kon vermoeden.
Mozes schaart zich tussen de elite en ervaart dat hij, in hun positie, geen haar beter is. Bovendien heeft hij een geheim waarvan slechts één persoon op de hoogte is...
Edith Tulp (1960) studeerde af aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Naast tal van redacteurschappen bij publieks- en vakbladen reist zij sinds 1989 met regelmaat naar landen in Afrika zoals Ghana, Ivoorkust, Zimbabwe, Namibië, Zuid-Afrika (in beide laatste landen woont zij enige tijd), Congo, Kenia en Oeganda. Artikelen van haar over het Verzetsleger van de Heer in Oeganda verschijnen van 2001 tot 2005 in o.a. HP/De Tijd en Trouw. In 2008 richt zij de FairPen Foundation in Oeganda op, een ngo alwaar zij tot 2013 als directeur werkzaam is. Sindsdien richt zij zich steeds meer op het schrijven. De bushsoldaat is haar debuutroman. Een tweede roman is inmiddels geschreven. In juni 2015 is zij gastcolumnist voor De Volkskrant en momenteel is zij columnist voor Vluchtelingenwerk Nederland.