Samenvatting
In dit boek beschrijft Marie-Anne de Harder de levensloop van haar vader, de musicus Hessel de Harder (1915-1987) uit Workum. Door een ongeluk werd hij op zijn tiende jaar blind en vanaf dat moment was hij voor zijn verdere scholing aangewezen op de blindeninstituten. Daar werden de leerlingen in de meeste gevallen opgeleid tot typische blindenberoepen zoals matten vlechten en bezems maken. Hessel koos zijn eigen weg en werd musicus. Marie-Anne de Harder beschrijft zijn jeugd in Workum en de blindenzorg in die tijd. Zij volgt het leven van haar vader als organist, beiaardier, ambtenaar en muziekdocent. Ook vertelt ze een aantal persoonlijke herinneringen aan haar vader. Met dit boek wil de schrijfster laten zien hoe bijzonder het was dat haar vader als blinde uiteindelijk een volwaardige plaats in de maatschappij wist te veroveren. Marie-Anne de Harder is historicus en is in 2011 gepromoveerd op een proefschrift over de Friese rode dominee Albertinus van der Heide. Ze heeft enkele publicaties op haar naam staan over de Friese kerkgeschiedenis.