Fragment
Boos klemde ze zich stevig vast aan de rand van het bad. Ongelooflijk, hoe had ze dit kunnen doen? Hoe was dat rare idee in haar hoofd gekomen? Zij, die altijd zo braaf was. Lena besefte ineens twee dingen. Eén: wat ze had gedaan, was eigenlijk best wel brutaal. En twee: het was al de tweede keer dat ze zich op verboden terrein bevond, nota bene hetzelfde verboden terrein als de eerste keer. Haar vooruitzicht was dus niet al te gunstig.
De eigenaar van het landhuis kwam met snelle slagen haar kant op. Toen hij vlak bij haar was, hield hij stil.
‘Nee maar...! Ik heb zowaar een waternimfje in mijn zwembad,’ mompelde hij.
In een mum van tijd probeerde Lena zijn stem in te schatten, iets wat ze steevast deed in een onzekere situatie. Wat de vreemdeling zei, klonk wel grappig, maar hij lachte niet. Integendeel, zijn gemompel had eerder iets waarschuwends.
De onbekende man bekeek haar met dezelfde spottende uitdrukking in zijn ogen als toen ze op de drempel van de woonkamer had gestaan. Hij hield zijn gezicht half onder het wateroppervlak; zijn mond was niet zichtbaar, maar het effect van de blik in zijn ogen was des te groter. Ze stamelde een verontschuldiging en hees zich op de rand, klaar om zich uit de voeten te maken. Terwijl ze haar benen uit het water haalde, klemde een sterke hand zich om haar enkel.
‘Niet weggaan, nimfje. Ik wil je best beter leren kennen,’ klonk het.
×