Samenvatting
In De bekoring neemt Hans Münstermann, meester van de hervonden tijd, opnieuw een duik in het fascinerende verleden van Andreas Klein, de charismatische hoofdpersoon die we kennen uit zijn eerdere romans. Als Andreas' moeder sterft gaan zijn gedachten terug naar een zomerdag, eind jaren vijftig. Hij denkt aan hoe zijn moeder man en kinderen achterliet, vastbesloten om nooit meer terug te keren. Hij ziet haar in de tram, op die zinderende dag, een raadselachtige dame met een koffer, scherp en levensecht. Als in een film beleeft hij, samen met zijn familie, met de buren en die hele wereld van vroeger, de vlucht van zijn moeder. Ze zien hoe zij wegsluipt uit haar alledaagse sleur. Ze voelen het stampende leven dat haar beetgrijpt. De lezer voelt met hen mee - laat dat maar aan Münstermann over.