Samenvatting
Op 26 april 1916 hulde een jonge Portugese dichter zich in een Parijse hotelkamer in een smoking, slikte vijf flesjes strychnine en ging op bed liggen. Korte tijd later stierf hij, zesentwintig jaar oud. In De bekentenis van Lúcio geeft deze dichter, Mário de Sá-Carneiro, een visionair soort zelfportret in de schrijver Lúcio Vaz, hoofdpersoon in zijn novelle. Na een gevangenisstraf van tien jaar wegens moord te hebben uitgezeten besluit hij een bekentenis af te leggen. Hij wil nu eindelijk de ware toedracht uiteenzetten van de misdaad waarvoor hij ten onrechte is veroordeeld. En dan ontvouwt zich stukje bij beetje het verhaal van een liefde en een vriendschap. Van de vriendschap van Vaz met de dichter Ricardo de Loureiro en zijn liefde voor diens vrouw Marta. Vaz bekruipt het angstaanjagende gevoel dat hij het contact met de werkelijkheid aan het verliezen is en steeds vaker in de ban is van hallucinaties. Een dramatisch, mysterieus en verontrustend verhaal. over de schrijver: Mário de Sá-Carneiro werd op 19 mei 1890 geboren in Lissabon. Hij begon al vroeg te schrijven en raakte rond 1910 bevriend met Fernando Pessoa, met wie hij het tijdschrift Orpheu oprichtte, het startsein voor het modernisme in Portugal. Verbleef, met tussenpozen, geruime tijd in Parijs. Publiceerde korte verhalen, gedichten en deze novelle, De bekentenis van Lúcio. Op 26 april 1916 beroofde hij zich in een Parijse hotelkamer van het leven. Vertaling door en nawoord van Harrie Lemmens Voorwoord van Arjan Peters