Samenvatting
Een boek vol doorkijkjes dat laat zien hoe de naoorlogse generatie zijn vrijheid heeft moeten veroveren.
Er werd gevochten tegen vele soorten monsters, vooral tegen Het Gezag of misschien wel tegen eigen hersenspinsels.
Het is het verhaal uit de periode van vrijwel onbeperkte mogelijkheden. Het verhaal ook van een generatie die bijna alles opgemaakt zou hebben. Een verhaal ook dat als het niet wordt doorverteld oude monsters opnieuw weer kan doen herleven.
Kortom, een verhaal over dansen op de vulkaan met de koude oorlog op de achtergrond.
Over bloemenkinderen en de atoomdreiging dus.
Jan Swagerman (1946) beschrijft zijn persoonlijke ervaringen uit die periode. Hij plaatst die in een historisch/sociale context van uit zijn professionele achtergrond als afgestudeerd andragoog en zijn studies op het gebied van pedagogiek en creatieve therapie.
Jan werkte vrijwel zijn hele leven met storytelling als gereedschap voor communicatie en zelfreflectie: als narratief coach in hoger management, als trainer rond levensverhalen met ouderen en als verhalenjager voor museumgidsen.
Nu dan zijn eigen verhaal namelijk een veelzijdig verhaal van een Amsterdamse hippie , als lid van een bergcommune en als professioneel welzijnswerker. Hij neemt je mee als reiziger naar verre oorden op zoek naar diepere wijsheden en als getuige van de Russische inval in Praag.
Verhalen die echter nog niet ten einde zijn.
Het verhaal van de Babyboomer is nog niet afgelopen in de Coronatijd op zoek naar en happy end.....