Fragment
Sneeuwvlokken
Het is een koude dag. Lilly en Bas spelen binnen met de Thomas trein. De vloer van de kamer ligt vol met rails en treintjes. Mama is in de keuken bezig en papa is naar zijn werk. Omdat het zaterdag is hoeven Lilly en Bas niet naar school en kunnen ze lekker samen spelen. “Kijk eens, het sneeuwt!” roept mama vanuit de keuken. Bas en Lilly hollen naar het grote keukenraam en zien dat het gras in de tuin wit begint te worden. Vol verwondering kijken ze naar de vlokken die uit de hemel komen. “Waar komen die dingen vandaan,” vraagt Lilly en ze kijkt verbaasd. “Uit de lucht,” zegt mama. “Het is eigenlijk net zoiets als regen, maar dan een beetje kouder. En je noemt het sneeuwvlokken.” “Kun je ze opeten?” vraagt Bas. Hij lust graag van alles en nog wat en de sneeuwvlokken lijken een beetje op de chocoladevlokken die hij wel eens op zijn boterham heeft gehad. Alleen nu zijn ze wit in plaats van bruin.
“Ik wil naar buiten!” roept Bas. “Ja, ik ook!” roept Lilly en ze kijkt mama vragend aan. Mama knikt en helpt hen met hun jassen en laarzen. Ze legt uit dat dit speciale laarzen zijn: sneeuwlaarzen. “Daarmee kun je lekker in de sneeuw spelen en krijg je geen koude of natte voeten.”
×