Samenvatting
Boven het woeste gedonder van het ronddraaiende en opzwepende water hoorde de Reus Bramsi gillen. Bramsi gilde zoals hij in zijn hele leven nog nooit gegild had. Veel harder dan bij de Bari in het enge bos. De Reus wist dat hij niets kon doen om Bramsi te helpen en wilde hem toeroepen dat hij zich goed vast moest houden. “Goede Geest van mijn voorouders, red ons, laat ons hier niet verdrinken!”, schreeuwde hij boven het geweld van de storm uit. Toen sloeg de boot om. De Reus, Bramsi en Joepi vielen in het wilde, kolkende water. De Reus probeerde naar lucht te happen en tegelijkertijd Bramsi te grijpen, maar hij werd krachtig naar beneden gezogen. Hij kreeg een klap van iets tegen zijn hoofd en het werd zwart voor zijn ogen.
Dit is een stukje tekst uit mijn boek over de avonturen die de Reus op zijn reis meemaakt, samen met zijn kleine, grote vriend Bramsi. Het verhaal gaat over vriendschap en opoffering, over verdriet en optimisme. Door het geloof in het goede komt alles weer goed. Ik wens jou als lezer van dit boek veel leesplezier en hopelijk blijft er een beetje van al het goede uit dit boek ergens in je geheugen hangen. Ernest Peters (schrijver)