Samenvatting
Dit belangrijke boek van de beroemde schrijver Ernst Jünger verscheen in 1932. Twee ideologieën reikten toen naar de wereldmacht; het fascime en het bolsjewisme. Hitler staat vlak voor zijn grote doorbraak en Stalin voert dodelijke campagnes tegen zijn tegenstanders. Het lijkt een andere wereld te worden waarbij de arbeider in een steeds technischere wereld en een geplande maatschappij, een centrale rol inneemt. Ernst Jünger beschrijft in dit visionaire boek de toekomst en de heersende rol van de arbeider. In deze indrukwekkende maar tegelijkertijd ook gevaarlijke mystiek van de arbeid ontstaat een geheel nieuwe politieke, sociale en maatschappelijke ordening. De arbeider als 'Herrschaft und Gestalt'. Het boek werd ten onrechte door beide opkomende politieke kampen geannexeerd, want Jünger behoorde tot geen enkele partij. Jünger was de autonome schrijver, die beroemd geworden was door zijn beschrijvingen van de oorlog van 1914-1918. Vanuit die ervaring bekeek hij de zich om hem heen veranderende wereld. In een geslepen, metalen taal en in een stijl waarin de zinnen je overrompelen en meeslepen, schreef Jünger dit klassieke boek. Het boek wordt ingeleid door vertaler en Jünger-kenner Michiel
Heijdra en vertaler Hans Verboven en is van een nawoord voorzien door Vincent Blok, van wiens hand eerder bij Aspekt verscheen: Rondom de vloedlijn, Filosofie en kunst in het machinale tijdperk, Een confrontatie tussen Heidegger en Jünger