Samenvatting
Ondanks dat de moderne mens reeds honderdvijftigduizend jaar bestaat, is de beschaving relatief laat op gang gekomen. De landbouw werd voor het eerst zo’n twaalfduizend jaar geleden bedreven – en de eerste civilisaties zagen het licht in het vierde millennium voor Christus – waarna de mensheid stapsgewijs in het huidige atoomtijdperk terecht is gekomen. De protagonist in dit verhaal gelooft, dat er ver voor de aan ons bekende beschavingen, een hoogstaande civilisatie bestond, die ten onder is gegaan aan een catastrofe van ongekende omvang. De overlevenden van deze beschaving hebben zich gevestigd op enkele hooggelegen gebieden in Peru, Ethiopië en Thailand. Zij waren hierdoor in staat hun kennis door te geven, zodat nieuwe beschavingen het licht zagen. Met veel bewijzen weet hij deze hypothese te onderbouwen en gaat op zoek naar de Alpha-beschaving. Zijn odyssee voert hem naar Egypte en Antarctica om de voetafdrukken van deze goden bloot te leggen. Uiteindelijk wordt het ook een strijd tegen de klok, omdat hij een geheim met zich meedraagt, dat het daglicht niet kan verdragen en zijn leven in gevaar brengt.