Samenvatting
Op een zonnige middag in juni krijgt Thomas Breens in Villa On Genoegen het bezoek van een enthousiaste fan. William Rossin is een gepensioneerd rechter, die dweept met de misdaadverhalen van Agatha Christie. Hij heeft maar één wens: zelf een boek te kunnen schrijven, ‘maar,’ zegt hij ‘ik heb niet de minste fantasie.’ Thomas raadt hem aan een cold case terug op te rakelen: een oude, nooit opgeloste misdaad uit 1974, waarbij Rossins stiefvader de dood vond in een ravijn in de bossen van de provincie Namen. Samen met Kristien volgt Thomas zijn fan op zijn zoektocht naar het verleden, een reis die hen – via een omweg langs een uitgebrande bungalow in de Kempen – naar la France profonde leidt, naar het graf van de schrijfster Françoise Sagan, tot bij een villa met zwembad in de Gers, en de mooie, jonge vrouw die er met haar oma is komen wonen. Pas wanneer een onbekende indringer hen daar met de dood bedreigt, beseft Thomas dat zij niet de enigen zijn die de avontuurlijke reis naar het zuiden hebben gemaakt…