Samenvatting
Eind oktober 1918 trok Paul van Ostaijen weg uit Antwerpen. De aftocht van het Duitse leger betekende ook zijn aftocht uit België, waar het hem net te heet onder de voeten was geworden. In 1921 dacht hij terug aan die tijd en schreef hij zijn avant-gardistische meesterwerk Bezette Stad, met ‘De Aftocht’ als indrukwekkend slotgedicht.
Nu de wereld de aftocht uit de eerste coronacrisis meemaakt, stellen we ons dezelfde vragen als Van Ostaijen toen. Wat volgt er op deze crisis? De bevrijding? Een revolutie? Een terugkeer naar het oude ‘normaal’ of naar een nieuw abnormaal?
Nadat in de bloemlezing Besmette Stad 65 Vlaamse en Nederlandse kunstenaars een actueel artistiek antwoord gaven op Bezette Stad, maken we 100 jaar na verschijning van die laatste bundel de cirkel rond. Met Van Ostaijen op zak trekken we voor het laatste hoofdstuk van het project naar het Duitse taalgebied, daar waar Bezette Stad ooit ontstond. De bloemlezing De Aftocht bevat 35 spannende en uiteenlopende bijdragen van Nederlandstalige én Duitstalige kunstenaars.