Samenvatting
***'Inmiddels ben ik er wel aan gewend dat ik er niet meer heen kan. Het zal wel bij mijn leeftijd horen, dat ik eenzaam ben en nergens meer kom.' Aldus een oudere vrouw die na de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning niet meer naar haar dagbestedingsprogramma mag.*** De regering wil dat iedereen 'mee kan doen' in de samenleving. Met termen als 'eigen kracht' en 'eigen verantwoordelijkheid' probeert de overheid de burger over te halen om tegelijkertijd het eigen leven op orde te houden én hulpbehoevende medeburgers te ondersteunen. De overheid jaagt dit proces aan door een publieke moraal van zorgzaamheid te ontwikkelen. Die moraal richt zich op emotionele banden tussen burgers en een gevoel van betrokkenheid bij de publieke zaak. Burgers worden zo verleid of verplicht om iets voor een ander te doen. Bij het overbrengen van de boodschap doet zich echter een dilemma voor waarmee de overheid worstelt: de voortdurend te maken keuze tussen bemoeien en afstand houden, tussen burgers op hun verantwoordelijkheden wijzen en de verantwoordelijkheid aan hen laten. In "De affectieve burger" onderzoeken sociale wetenschappers de publieke moraal van zorgzaamheid. Welke gevolgen heeft de introductie hiervan voor burgers en voor het dagelijks werk van beleidsmakers en professionals? Met bijdragen van onder meer Paul Dekker en Josje den Ridder, John Grin, Ellen Grootegoed, Jan Willem Duyvendak en Evelien Tonkens. "De affectieve burger" verschijnt als een van de twee delen van het jaarboek van het "Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken", naast "Als meedoen pijn doet" onder redactie van Evelien Tonkens en Mandy de Wilde. Een groot deel van het onderzoek voor "De affectieve burger" is mede mogelijk gemaakt door financiële steun van Platform 31.