Samenvatting
In dezelfde periode dat hij de Neue Gedichte schrijft werkt de in Praag geboren Duitstalige dichter Rainer Maria Rilke in Parijs van 8 februari 1904 tot 27 januari 1910, bijna zes jaar, aan dit merkwaardige boek, de aantekeningen van de verarmde adellijke jonge Deen Malte Laurids Brigge. Door de bijzondere vorm en stijl van het verhaal zette Rilke hiermee de ontwikkeling in gang van de moderne roman, nog vóór Joyce, Proust en Kafka. Er zou in ‘Malte’ sprake zijn van ‘vertellen na de dood van het vertellen’, van een vroege poging een uitweg te vinden uit de crisis waarin de klassieke roman was geraakt. Hoewel de roman ruim een eeuw geleden geschreven werd, is het een verrassend actueel en invoelbaar boek. ‘Rilke bezat het zeldzame vermogen te kunnen verwoorden wat men, zelfs na lezing van zijn beschrijvingen, eigenlijk nog voor onbeschrijflijk houdt: zulke passages maken zijn ‘Malte’ absoluut onvergetelijk.’ — Trouw