Samenvatting
De psychologische wetenschap heeft bijzondere ontdekkingen over de menselijke geest gedaan, maar kunnen we dat wat wetenschappers ons vertellen wel geloven? De afgelopen jaren is steeds duidelijker geworden dat veel psychologisch onderzoek gebaseerd is op zwak bewijs, twijfelachtige praktijken en soms zelfs regelrechte fraude – denk aan de affaire rond Diederik Stapel. Dit boek geeft een diagnose van wat er mis is met het huidige vakgebied en stelt oplossingen voor om ervoor te zorgen dat de psychologie een legitieme en betrouwbare wetenschap blijft. Met de zeven doodzonden als metafoor laat Chris Chambers zien hoe makkelijk onderzoekers ten prooi vallen aan bias die de wetenschappelijke methode ondermijnt en dat ze geregeld data manipuleren om in aanmerking te komen voor publicatie in prestigieuze tijdschriften. Een cultuur van geheimhouding ontzegt het publiek en andere onderzoekers de toegang tot de resultaten uit psychologische experimenten. Frauduleuze wetenschappers kunnen ongestraft hun gang gaan en een obsessie met cijfertjes zoals de impactfactor creëert perverse prikkels. Als deze problemen niet aangepakt worden, staat de toekomst van de psychologie als wetenschap op het spel. Hoe kan het beter? Chambers laat aan de hand van best practices zien dat het tegengif voor deze wetenschappelijke doodzonden bestaat uit een open manier van wetenschap bedrijven; een opkomende filosofie die ernaar streeft onderzoeken en hun resultaten zo transparant mogelijk te maken. ‘[…] Dit boek is bestemd voor iedereen die nieuwsgierig is naar hoe de wetenschap zichzelf kan repareren. Het zou verplichte literatuur moeten zijn voor het vak Onderzoeksmethoden op de universiteit.’ – Barbara A. Spellman, Nature Chris Chambers is hoogleraar cognitieve neurowetenschap aan de School of Psychology van Cardiff University en schrijft voor het Guardian Science blognetwerk.