Fragment
Download hier het inkijkexemplaar van 10 pagina's: https://www.connycoppen.nl/dansen-met-de-dood/
Fragment 1:
Mijn hart kromp ineen. Mijn adem stokte. Een loden zwaarte vulde de ruimte.
Alle alarmbellen vanbinnen rinkelden. Er was iets helemaal fout…
Toen kwam het onzegbare eruit.
‘Er is iets heel ergs gebeurd…’ Papa zei het zonder me aan te kijken.
Mijn angstig vragende ogen keken omhoog naar mijn ouders.
Ineens knikten mijn knieën. Mijn hart zonk in mijn schoenen en mijn adem stokte.
Tenslotte kwamen die paar woorden naar buiten. Woorden die ik niet kon begrijpen ...
Fragment 2:
Met de mensen in het dorp was het soms ook lastig. Vooral die mensen die zich eigenlijk geen raad wisten met de wetenschap dat er in ‘dat gezin’ iets ergs gebeurd was en die dachten dat het goed was om te troosten. Juist die mensen zeiden vanuit hun goede bedoelingen soms domme dingen, zoals: ‘troost je, gelukkig heb je nog twee kinderen.’ Of: ‘Tel je zegeningen.’
Of ze kwamen met lege woorden zoals: ‘Nou, kop op he. Houd je taai.’ Dat laatste was dan nog het minst erg eigenlijk. Daar zat in elk geval vaak nog enig medeleven in.
Het waren soms niet eens zo zeer de woorden die lastig waren; het was meer het gevoel dat het zo alles overheersende verdriet, er niet mocht zijn omdat DE ANDER er niet tegen kon ...
Fragment 3:
... De arts knikte weer. Een korte stilte volgde.
‘Tja, het is dus niet goed.’ Hij keek me nog eens aan. Ik knikte.
‘Ik zal eens kijken wanneer we een operatie kunnen inplannen.’
Slik.
'Wat?'
Wacht even… wie zegt dat ik een operatie wil?
De woorden bleven steken. Mijn adem stokte. Mijn hart stond stil.
De arts ging verder.
‘Ik weet niet of een borstsparende operatie mogelijk zal zijn, met een dergelijk grote tumor. Het is in elk geval niet aan te raden.
Hebt er daar al over nagedacht of u een borstsparende operatie wilt?’
‘Uhh...?’
‘U moet er rekening mee houden dat er hoe dan ook bestralingen zullen volgen na een borstsparende operatie. Met een totaal abductie is dat wellicht niet nodig. Afhankelijk van de uitslag van de tumor.’
Ik werd volledig overvallen. Niet zozeer door het ‘slechte nieuws’, want ik had de bui best al zien hangen. Het waren vooral de onmiddellijk erop volgende aannames en beslissingen die mij overvielen. Dit waren veel te grote beslissingen. Onmogelijke beslissingen. Ongewenste, ondenkbare, geforceerde beslissingen. Dat kon helemaal niet!
Ik hapt naar adem en perste er met moeite uit:
‘Uw vragen komen te snel voor mij. Een operatie is niet het eerste waar ik zelf aan denk.’
Pauze.
Een vragende blik van de arts.
Hoofd koel houden Christel. Door ademen.
Een zucht…
‘U moet weten dat ik als 25 jaar als natuurgeneeskundig therapeut werk, altijd zoekend naar de diepste achtergronden van ziekte. Ik heb veel mensen met kanker begeleid.' ...
Fragment 4
Er is een kind vanbinnen; kwetsbaar, mooi en puur.
Het is in shock en voelt zich alleen.
Er is geen ruimte voor haar.
Om haar heen is ontreddering.
Ze kan haar gevoelens niet toelaten Ze moet er voor de anderen zijn.
Fragment 5
Slik.
Dit was de boodschap die ik al voorvoelde, maar niet wilde weten.
Ik vocht tegen gevoelens van falen, boosheid en schaamte: ik had alles toch ‘zo goed gedaan’.
Ik keek in Mia’s wijze ogen. Ineens stroomden de woorden naar buiten:
‘Ik heb er zo in geloofd, Mia. Er zijn zulke fundamentele inzichten gekomen. En er is de afgelopen maanden veel oud zeer los gekomen. Ik had verwacht dat dit ook op mijn lichaam een significant helend effect zou hebben.’
Fragment 6
Met ontzag drong tot me door dat dit krachtige gevoel misschien wel alles te maken had met de gebeden van mijn geliefden. Mijn bewustzijn opende zich volkomen om maar niets van deze bijzondere gewaarwording te missen.
Er gaat dus daadwerkelijk een kracht uit van mensen die zich door middel van gedachten, gebed, intentie, meditatie of een kaars op je afstemmen, besefte ik. Ik had het altijd gezegd en ergens wel geloofd, maar nooit echt zo ervaren. Wat een geluk dat de operatie op het laatst was uitgesteld.
Ik stelde me voor de deze kracht bij me zou blijven tot tijdens de operatie. Zo geschiedde.
‘Hallo mevrouw.’ Een frisse stem klonk in mijn diep verzonken eeuwigheid.
‘U bent bijna aan de beurt hoor. Ik kom u even een prik geven.’
Ineens was ik er weer. ‘Een prik, waarvoor?’
‘Valium, zodat u ontspannen de operatie in kunt gaan.’
‘O? Zie ik er uit alsof ik valium nodig heb?’
‘Nou, nee dat geven we standaard, als voorzorg mevrouw.’
‘Nou, niet aan mij hoor. Niet nodig.’
‘Weet u het zeker?’
‘Ja heel zeker.’
In grote vrede lag ik even later in de wachtruimte voor de operatiekamer naast een mevrouw die het duidelijk te kwaad had. Haar oogleden trilden. Ze bewoog onrustig. De onrust spatte er van af, ondanks de Valium die ze haar beslist hadden gegeven.
Fragment 7
‘Jullie hebben veel geschuurd’, mijmerde ik. ‘Misschien is het wel net als met een diamant: het is door het schuren dat hij zo mooi
wordt. Al zijn facetten gaan glimmen en stralen. Net zoals jullie hier nu zitten te stralen …’
‘Wat een mooie vergelijking, zei mijn moeder. Mijn vader lachte trots. Hij verstond niet meer alles, maar het maakte niet uit. Zijn hart
verstond het nog wel.
×