Samenvatting
Leen Huet maakte kennis met de geschiedenis dankzij de geïllustreerde tijdlijn aan de klaswand op de lagere school. Maar al lezend en onderzoekend leerde ze het verleden anders te benaderen: met waardering, soms zelfs verrukking over het onverwachte detail of de heldere stem van een individu uit het verleden. Dat onverwachte detail en die heldere stem uit het verleden bevrijden ons vaak van de druk van de dag en de hysterie van het heden. Clio, de muze van de geschiedenis, danst op de Olympus, en wij kunnen haar voorbeeld volgen. In vijfentwintig hoofdstukken laat Huet ons kennismaken met duizend jaar Europese geschiedenis, beleefd door grote en kleine namen. Van de Byzantijnse prinses en biografe Anna Comnena over Hadewych en Dante tot de couturière Rose Bertin en de antiquair Yvonne de Bremond d’Ars, allen brengen ze ons dichter bij de historische gewaarwording en het historische genot. En regelmatig herinneren ze ons aan het inzicht dat Rose Bertin meedeelde aan koningin Marie-Antoinette: ‘Alleen wat vergeten is, kan nieuw worden.’