Samenvatting
Het jaar 1387 loopt ten einde. De jaarwisseling is normaal gesproken geen drukke tijd, maar dit jaar is er in Duynhaeven van alles aan de hand. Pastoor Balduwynus van het begijnhof zaait onrust met zijn preken vol hel en verdoemenis, oud-schepen Reynout Dullaert blijkt zich te hebben opgehangen, schout Jan Houtepoot zit opgescheept met zijn zoon Woeste Willem, die weer eens in ongenade is gevallen bij de graaf, en Damyaens moeder moet halsoverkop naar Haarlem, om aan de verplichtingen te voldoen die haar pas geërfde zetel in het Heilige Kerstmisgilde haar oplegt. Als diverse leden van het Kerstmisgilde kort na elkaar dood worden aangetroffen, waaronder ook de zwager van Damyaen, gaat ook hij naar Haarlem, om zijn zusje te helpen met het uitpluizen van de nalatenschap. Al snel rijzen er twijfels of de reeks sterfgevallen wel toeval is. Maar ook in Duynhaeven zelf is sprake van vreemde gebeurtenissen. In zijn buiten de stad gelegen burcht heeft een krankzinnig geworden kasteelheer zijn hele familie vermoord. Of lijkt dat alleen maar zo?
Marian de Haan heeft inmiddels al acht delen voltooid van haar boekenreeks over de middeleeuwse detective Damyaen Roosvelt. Haar boeken blinken niet alleen uit door een gedegen kennis van de tijd waarover zij schrijft, maar geven bovendien een boeiende kijk op het dagelijks leven van een middeleeuwse stad in de Lage landen.