Samenvatting
De dagboeken van tsarina Alexandra Fjodorovna zijn niet van het soort dat de lezer een beeld van de tijd of schrijver geeft door de beschreven dagelijks beslommeringen. De tsarina heeft vele bladzijden volgeschreven met korte spreuken, liedteksten, gedichten en korte beschouwingen die ze tegenkwam in het werk van J.R. Miller, Thomas.a Kempis, La Rochefoucauld, Wordsworth, Longfellow en anderen.
Woorden als plicht, ootmoed, volharding, zelfverloochening, nederigheid en toewijding zijn hier sleutelbegrippen. Op papier zijn het woorden, maar het waren richtingwijzers in het leven van een vrouw die een eenzame positie bekleedde aan het Russische hof. Als dochter van de Duitse groothertog Lodewijk IV en de Engelse prinses Alice was Alix, de Duitse naam van Alexandra Fjodorovna, daar een buitenstaander en niet geliefd. Alexandra trad toe tot de Russisch-orthodoxe kerk om te kunnen trouwen met haar grote liefde, tsaar Nicolaas II. Ondanks het gemis van haar geboortestreek Hessen-Darmstadt was zij gelukkig en wijdde zich vol overgave aan haar gezin.
Met de gekozen fragment gunt ze ons een blik in haar ziel en openbaart de bron waaruit zij kracht putte. Haar bekering tot het Russisch-orthodoxe geloof blijkt geen uiterlijke vertoning te zijn om het huwelijk te kunnen sluiten dat ze wilde: haar dagboeken getuigen van een diep doorleefd geloof. De drie verschillende delen, Het huwelijk- en gezinsleven (1899-1904), Wijze woorden (1908-1913) en De Tuin van het hart (1917) bieden veel wijsheid en houden de tijdgeest van 2014 een spiegel voor.
Vertaald door Ineke Zijlstra.