Samenvatting
Zesde deel van Het Dagboek van mijn Grootvader 1930-1935
Gerard Martinus Versteeg 1876-1943 hield vanaf 1897 dagboeken bij.
Deel 1, 1897-1902, gaat voornamelijk over zijn studie medicijnen in Utrecht.
In deel 2, 1902-1913,beschrijft hij zijn afstuderen in 1904 en zijn verblijf in Ned. Indië, na zijn huwelijk met Maria Tinholt, als legerarts. Eerst in Bogor, Java waar eind 1908 zijn zoon, Kees, geboren wordt en daarna in Bangkinang, Sumatra, waar in 1910 zijn dochter, Dies, geboren wordt.
In de eerste helft van deel 3, 1914-1920, werkt hij als Officier van Gezondheid van het KNIL in Banjarmasin in in het zuidoosten van Kalimantan (Borneo). Hij beschrijft ook het sociale leven met mede-officieren en hun familie en zijn particuliere praktijk. In de tweede helft van het boek verhuist hij in 1918 naar Salatiga in Oost-Java , waar hij een aantal jaren met zijn familie verblijft.
In deel 4, 1920-1929, verlaat hij de militaire dienst en gaat hij werken bij de Pestbestrijdingsdienst in Solo, Midden-Java.
In deel 5, 1929-1930, werkt hij in West-Java te Kuningan bij de Pestbestrijdingsdienst.
Dit deel 6, 1930-1935, begint in 1930 in Kuningan, West-Java. In 931 gaat hij voor een paar maanden met verlof naar Holland, om dan voor de laatste keer naar Indië, Semarang Midden-Java, te gaan, waar hij hoofd van de Pestbestrijdingsdienst in Midden-Java wordt. Later, dat jaar, keert hij definitief terug naar Holland en probeert hij daar zijn leven met zijn gezin weer op te pakken. Aan het eind van dit boek gaat hij werken bij het CBS als medisch ambtenaar.