Fragment
“Goedemorgen mevrouw Slager, heeft u goed geslapen?” “Ik heb helemaal niet goed geslapen en die kerel van gisteravond hoef ik niet meer aan mijn bed. Als hij vanavond weer dienst heeft dan vloek ik hem de kamer uit.” “Zo, dat klinkt niet goed.” “Nee, dat is zeker niet goed. Ik mocht niets van die vent want zodra ik maar even iets uit mijn kastje wilde pakken dreigde hij mij vast te binden. Denk je dat dat leuk is om te horen?” Ze huilt erbij terwijl ze dat vertelt en het is een zielig hoopje mens in een rommelige kamer en het benauwt Ineke. Propvol is het. Er staat een postoel, een rolstoel, een koffer met kleding, een tas met ditjes en datjes en een rollator.
×