Samenvatting
In 1959 blazen op een zwoele zomeravond in een klein, Noord-Europees provinciestadje een nachtclubdanseres en een vreemde Rus beiden hun laatste adem uit. De jaren vijftig: na het feest van de geboortegolf en de bevrijding zijn we weer aan het werk gegaan. We grijpen terug op oude waarden en structuren en proberen er het beste van te maken. Thuis is het knus, maar buiten woedt de koude oorlog. De Amerikanen sturen ons auto's en Elvis Presley. De Russen sturen ons Sergej Dobrorolski. Rick is dertien. Ook hij probeert er het beste van te maken, maar het valt niet mee om je bijzonder te voelen en tegelijk heel eenzaam. Het helpt hem niet als hij een zilverkleurig vliegend voorwerp ziet landen vanwaaruit zich twaalf mensen het land in spoeden. Ingrid is vierenvijftig. Zij ziet in Europa het oude Rome herleven, met culturele en politieke consequenties. Zij denkt dat het geen toeval is dat de zes landen van de Europese Economische Gemeenschap in 1957 een verdrag van Rome sloten. Rome, Koude Oorlog, een geheim programma om het vrije Westen te ontregelen en dat in een decor van relaties en gevoelens in de sobere jaren vijftig. Terwijl de moraal wankelt en de soldaten langs de grenzen staan, komt de volgende generatie in zicht. Tweede boek in een zevendelige cyclus over de periode 1936-2007: de woelige geschiedenis van de geboortegolfgeneratie. De delen zijn los van elkaar te lezen.