Samenvatting
Architectuur is altijd een gebonden kunst geweest, dienend aan de gebruiker. Daarom zijn eenmaal opgeleverde gebouwen binnen zekere constructieve en esthetische kaders veranderbaar in de loop der tijd. Ook bij monumenten zijn de gebruikswaarde en de veranderbaarheid voortdurend aan de orde. In restauraties of renovaties wordt pas geïnvesteerd als er redelijk zicht is op een duurzaam, in de zin van langdurig, gebruik in de naaste toekomst. De eisen van vandaag vergen aanpassingen in de bouwwerken van gisteren of van eeuwen terug. Die interventies kosten geld, maar soms ook verlies van oorspronkelijke monumentwaarden. In de afgelopen decennia is het accent meer en meer verschoven van het traditionele restaureren naar het vormgeven van het nieuwe, onder de noemer 'Re-Architecture'. Daarbij komt wel eens de vraag op hoeveel er na de interventie nog van het oorspronkelijke monument over is gebleven. Soms kan een monument een architectonisch sterk contrasterende toevoeging nauwelijks verdragen. In andere gevallen blijken de marges voor modernisering veel ruimer te zijn. In de praktijk blijkt er veel onduidelijkheid te heersen over de ruimte die er is voor verandering. Voor opdrachtgevers en ontwerpers is de hoofdvraag welke veranderingen toelaatbaar zijn. Zij zoeken letterlijk en figuurlijk de ruimte voor verandering in het gebouwde erfgoed, maar missen vaak het instrumentarium en het vocabulaire om de zoektocht te beginnen. Daarom is er behoefte aan een nieuw begrippenkader voor architectonische interventies, naast het al bestaande voor het restaureren van monumenten. Het begrip 'culturele draagkracht' lijkt door de combinatie van drie associatievelden - cultuur, maatschappij, natuurkunde - altijd een aanknopingspunt te bieden voor een gesprek over de kracht en kwetsbaarheid van een monument en zijn directe omgeving. Maar er bestaat nog geen eenduidige definitie van dit begrip. In een tiental bijdragen laten auteurs van verschillende disciplines hun inzichten en ervaringen spreken over de mogelijke betekenis en bruikbaarheid van 'culturele draagkracht' bij discussies over architectonische interventies. In het verlengde hiervan ligt ook een ruimere interpretatie van het begrip duurzaamheid dan alleen het energiezuinig maken van reeds bestaande gebouwen. Feitelijk is de zoektocht naar de tolerantie voor verandering bij gebouwd erfgoed allang begonnen. Het begrip 'culturele draagkracht' behoeft hiervoor een theoretische verdieping en een nadere omschrijving, al dan niet in relatie tot weerstand en bezwijklast.