Samenvatting
Dit boek bevat de resultaten van een rechtsvergelijkend onderzoek naar de tweeledige vraag a) welke werkwijzen Duitsland, Engeland (en Wales), Ierland en Italië (naast Nederland) hanteren voor het in beslag nemen en confisqueren van vermogen met een vermoedelijk criminele herkomst in situaties zonder vervolgbare of veroordeelde dader, en b) tegen welke belemmeringen de Nederlandse autoriteiten en de autoriteiten in de genoemde landen aanlopen in geval van grensoverschrijdende samenwerking in dergelijke gevallen. Specifieke aandacht gaat in dit onderzoek uit naar beslag en confiscatie van i) criminele opbrengsten onder zogenoemde 'windhappers' (personen die geen (of nauwelijks) geregistreerd inkomen hebben, maar wel veel geld te besteden hebben), ii) erfenissen die (geheel of ten dele) bestaan uit de opbrengsten van (vermoede) strafbare activiteiten van de erflater, iii) tegoeden die zijn aangetroffen op onbeheerde bankrekeningen, en iv) (grote) hoeveelheden cash geld die zijn aangetroffen zonder dat een relatie tot een bepaalde persoon valt aan te wijzen. Daarmee biedt dit boek inzicht in de wettelijke voorzieningen aangaande beslag en confiscatie in Duitsland, Engeland, Ierland en Italië, alsmede van de samenwerking inzake beslag en confiscatie in deze vier landen en Nederland. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.