Fragment
De wind wuifde door de hoge grassen van de weilanden, die zich uitstrekten tot aan de horizon, omringd door de imposante silhouetten van de stallen. Op de veranda van het grote, bijna boerderijachtige huis, stond Elias. Zijn blik, koud en berekenend, zwierf over zijn domein. Zijn lippen trokken zich terug in een glimlach, geen vriendelijke glimlach, meer een grimas van anticipatie. Zijn dieren, zijn verzameling, waren zijn trots, zijn bezit. En binnenkort zou er een nieuwe aanwinst bijkomen, een aanwinst die van ver was gekomen.
Hij verliet de veranda en stapte het huis binnen. De geur van oud hout en opgesloten dieren hing in de lucht. Hij at zijn lunch, een simpele boterham met kaas, zijn ogen af en toe gericht op de lange oprijlaan die naar het huis leidde. En toen verscheen ze, een grote vrachtwagen, die langzaam de oprit opreed. Twee mannen sprongen uit de cabine en gingen aan de slag. Een grote, houten kist werd uit de vrachtwagen getakeld en met grove kracht op de grond neergezet. Twee andere mannen, robuust en kalm, sjouwden de kist richting de grootste schuur, een donkere, dreigende structuur aan de achterkant van de boerderij. Elias volgde hen op de voet, zijn ademhaling onregelmatig van opwinding.
×