Fragment
Hun voorkomen (zie afbeeldingen hieronder)beantwoordde geheel aan de beschrijving, door de Goeje gegeven van de Trio's, door hem op de Toemoek Hoemak-expeditie ontmoet. Het waren dan ook, volgens hun zeggen: Trio's. Alleen merkten wij op, dat bij hen het middenschot van de neus niet doorboord was tot het dragen van versierselen, evenmin al bij de later door ons ontmoette Indianen. Hun zeer primitieve, ongeveer 5 m. lange boten zijn vervaardigd van boombast, die voor en achter, na aan de bovenkanten ingesneden te zijn, tot een voor- en achtersteven wordt samengebogen en genaaid. Het geheel wordt verder langs de boorden versterkt door aangenaaide stokken, en verder nog door een paar zitbankjes in fatsoen gehouden. Hun parels (pagaaien) zijn van meer vierkant model en kleiner dan die van de bosnegers. Het voeren van een gesprek viel niet mee, al hadden wij destijds verzamelde woorden ingestudeerd. Gelukkig kenden enkelen iets van het handelsdialect, tussen bosnegers en Trio's in gebruik, in welk taaltje Aken zich ook enigszins verstaanbaar wist te maken. Na lang heen en weer praten stemden vijf van de Trio’s er in toe, mij met twee boten te brengen naar een hogerop gelegen dorp, waaraan zij een bezoek wilden brengen. Voorlopig zeer tevreden met het bereikte resultaat, begonnen we gezamenlijk met de opvaart. Natuurlijk probeerden we zoveel mogelijk gegevens omtrent land en volk te weten te komen. In de eerste plaats was ik verlangend naar een berg, daar deze voor de opneming zeer nodig was. Men beduidde mij echter, dat er nergens in de buurt bergen waren. Het verkrijgen van inlichtingen bij deze lieden is overigens zeer lastig, daar zij, zoals reeds bekend was, overdreven geheimzinnig doen en zeer dikwijls verkeerde inlichtingen geven. De in kaart N°. III vermelde namen, die wij van hen hoorden, moeten dan ook met veel voorbehoud aanvaard worden. Zo werd o.a., zie die kaart, de zijrivier tegenover ons kamp van 6-7
×