Samenvatting
Een jonge geschiedenisleraar vindt op een rommelmarkt een boekje uit het jaar 1411 met voorspellingen van kleine en grote gebeurtenissen in Nederland. Dat kan helemaal niet, weet hij, want toen werden er nog geen boeken gedrukt. Het is namaak, fake, een grap. Er blijkt zelfs een tweede deel te bestaan, zogenaamd uitgegeven in 1911, met de twee wereldoorlogen er uitvoerig in aangekondigd. Flauwekul natuurlijk. Hij besteed er niet al teveel aandacht aan, ook omdat hij het druk heeft op zijn werk, zo tegen het eind van het schooljaar. Een al wat oudere leerlinge uit de eindexamenklas, die in het buitenland heeft gewoond, flirt een beetje met hem, waar hij uiteraard niet op in gaat – dat doe je niet. Als de eindexamens voorbij zijn, komt ze een keer voor de gezelligheid bij hem langs, bekijkt de twee boekjes en vindt dan zelf op het internet nog een derde deel, digitaal uitgegeven in 2011. En daar staan schokkende voorspellingen in die lopen tot het einde van de eenentwintigste eeuw. En die blijken uit te komen, komen ze achter…