Samenvatting
Dit boek vormt een onderdeel in een reeks die het collectief arbeidsrecht als onderwerp heeft. Het collectief arbeidsrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de werkgevers- en werknemersorganisaties, de collectieve onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden,
de overheidsinvloed op deze onderhande lingen en het collectief actierecht.
Tijdens de huidige financiƫle crisis koppen kranten en nieuwswebsites regelmatig dat er cao-partijen zijn die de collectieve arbeidsovereenkomst willen openbreken. Er is kennelijk een behoefte om gemaakte (cao-)af spraken tussentijds te willen wijzigen en opnieuw willen onderhandelen over de gemaakte arbeidsvoorwaardelijke afspraken.
Deze tussentijdse wijziging kan zijn gebaseerd op een zogenoemde 'openbreekclausule'. Met het opnemen van een dergelijke clausule geven de cao-partijen aan wat er mogelijk is indien bepaalde onvoorziene omstandigheden zich voordoen en een wijziging noodzakelijk is, maar zetten daarmee de poort open voor het hanteren van machtsmiddelen bij de nieuwe onderhandelingen. De 'vredesplichtclausule' kan als tegenhanger van de openbreekclausule worden gezien.
Met deze vredesplichtclausule verplichten de cao-partijen elkaar om tijdens de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst het gebruik van machtsmiddelen bij onderhandelingen over de voorwaarden die opgenomen zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst achterwege te zullen laten. In dit boek zijn de resultaten opgenomen van een onderzoek naar de beide clausules in collectieve arbeidsovereenkomsten.