Samenvatting
De roes was mooi, niets op aan te merken, grandioos gewoon. Je moest er flink voor doorsnuiven, maar die roes, als het alleen daarom gaat is cocaïne een drug om elke dag naar terug te verlangen. Jammer, het was niet altijd de roes, er moest ook nog gewerkt worden. Want hoewel ik tot diep in de nacht stond te hijsen en te snuiven was ik overdag gewoon journalist, reporter, verslaggever, interviewer. Je weet wel, zo iemand die met een bandrecordertje op zak iemand aftapt voor een interessant vraaggesprek in een krant of in een blad. En nu is de roes ruimschoots voorbij, de droom zoals je wilt, allang uit, maar de herinnering gaat nog even verder.
In dit meeslepende boek blikt de journalist Ad Fransen terug op zijn jarenlange verslaving aan cocaïne. In stuwend tempo, met een wrang-humoristische stijl leidt hij de lezer langs de feesten, de dealers, de roes en de kater. Coke maakt je energiek en zelfverzekerd, maar ook loslippig, arrogant en cynisch. De roes zorgt ervoor dat je wildvreemden je diepste geheimen vertelt terwijl je vrienden van je vervreemd raken. Je denkt dat de oplossing van het wereldraadsel in je handen ligt. Tot de coke is uitgewerkt... ‘Gevoelens. Ik had ze bijna afgezworen. Je zult het merken hier en daar. Zo ver was ’t al. Maar ik ben terug.’