Samenvatting
‘Post, je kent mijn stem, ik ben het, Sas in Berlijn. Ik heb nog maar één ding te zeggen: morgenvroeg, bij het aanbreken van de dag.’ Hij pauzeerde een seconde. ‘Hou je taai!’ ‘Brief 210 ontvangen dus?’, klonk het krakerig uit de hoorn. ‘Ja, brief 210 ontvangen, ik ben honderd procent zeker.’ De aanval op Nederland werd 19 keer vastgesteld en de waarschuwingen van Sas leken keer op keer loos alarm. Tot 9 mei. Die avond onderschepte de Gestapo de gesprekken van Sas met het Algemeen Hoofdkwartier in Den Haag. Iedere seconde dat hij de lijn openhield, was het risico groter dat er een Duitse interventie op het gezantschap zou plaatsvinden. Het rotsvaste vertrouwen dat Nederland door zijn neutraliteit buiten de oorlog zou kunnen blijven, brokkelde in 1939 af. Men wilde een extra paar ogen in Berlijn. Majoor Sas was door zijn studie aan de Kriegsakademie begin jaren ’30 de ideale kandidaat om als militair-attaché opnieuw op het gezantschap in Berlijn te stationeren. Hans Oster, die hij op de Kriegsakademie leerde kennen was inmiddels een hoge officier bij de Abwehr, de Duitse militaire geheime dienst. Uitgerekend hij informeerde Sas in het geheim over de aanvalsplannen van zijn land. Sas getuigde eenmalig voor de parlementaire enquêtecommissie. Dit was aanleiding voor een reeks vervolgverhoren van diverse betrokkenen.