Samenvatting
Wanneer Mathilde een stapel oude brieven erft, beseft ze al snel dat ze goud in handen heeft. Ze duikt de geschiedenis van haar familie in en besluit er een roman van te maken. Via vier generaties vrouwen ontvouwt zich een kroniek die negen decennia beslaat. Centraal staat de impact van de Tweede Wereldoorlog en de vernietigende gevolgen van narcisme in haar familie. In de jaren ‘30 van de vorige eeuw probeert moeder Magda met hard werken haar gezin draaiende te houden. Als dochter Sophia met haar kersverse echtgenoot naar het verre Nederlands-Indië vertrekt, houden ze via brieven contact, tot de oorlog dat onmogelijk maakt. Sophia’s dochter leert al jong te buigen voor de jap. Getekend door haar kampervaring belandt Josephina in een huwelijk waarin ze opnieuw diep buigt voor de macht van liefdeloosheid. Mathilde beseft dat zowel in gevangenschap als in vrijheid, God Zich over ieders leven buigt als een regenboog van liefde, trouw en troost. Ze laat haar leven door God ten goede leiden en schrijft, doorspekt met haar eigen gevoelens en gedachten, de bewogen geschiedenis van haar familie.
Met de erfenis van oude familiebrieven groeit bij Mathilde het besef dat ze goud in handen heeft. Als daar de overgeleverde anekdotes uit haar familie bijkomen, besluit ze er een roman van te maken. Via vier generaties vrouwen ontvouwt zich een kroniek die negen decennia beslaat. Centraal staat de impact van de Tweede Wereldoorlog en de voor de buitenwereld onzichtbare destructie door narcisme die gezinsverbanden heeft verwoest. In de jaren ‘30 van de vorige eeuw probeert moeder Magda met hard werken in de slagerij haar gezin draaiende te houden. Haar dochter Sophia vertrekt met een kersverse echtgenoot naar het verre, exotische Nederlands-Indië. Met brieven houden ze elkaar op de hoogte van het wel en wee tot de oorlog roet in het eten gooit. Sophia’s dochter leert reeds jong te buigen voor de jap. Getekend door haar kampervaring belandt Josephina in een huwelijk waarin ze opnieuw diep buigt voor de macht van liefdeloosheid. Mathilde beseft dat zowel in gevangenschap als in vrijheid, God zich over ieders leven buigt als een regenboog van liefde, trouw en troost. Ze laat haar leven door God ten goede leiden en schrijft, doorspekt met haar eigen gevoelens en gedachten, de bewogen geschiedenis van haar familie.