Samenvatting
Verhandelbare ontwikkelingsrechten zouden een instrument van het grondbeleid vormen, waarmee de overheid bovenplans kan verevenen. In het bijzonder gaat het daarbij om het financieren van verlieslijdende ontwikkelingen - zoals de herstructurering van woonwijken en bedrijventerreinen, natuur of waterberging - uit de zogenoemde planbaten. Planbaten zijn de grondwaardestijgingen die voortvloeien uit een door de overheid doorgevoerde wijziging van een bestemmingsplan. Als bijvoorbeeld agrarische grond, bouwgrond wordt, dan brengt dat een door de overheid veroorzaakte grondwaardestijging met zich. Onder het huidige Nederlandse recht is die grondwaardestijging in beginsel voor de grondeigenaar. Met het instrument verhandelbare ontwikkelingsrechten kan die waardestijging (gedeeltelijk) worden afgeroomd en gebruikt voor verlieslijdende ruimtelijke ontwikkelingen. In welke mate de planbaten worden afgeroomd, wordt bij het instrument verhandelbare ontwikkelingsrechten niet eenzijdig door de overheid, maar door vraag en aanbod, dus door marktwerking, bepaald. Verhandelbare ontwikkelingsrechten worden al geruime tijd in de Verenigde Staten toegepast. Dieperink deed in New York onderzoek naar die Amerikaanse toepassing. Vervolgens onderzocht zij, geïnspireerd door de Amerikaanse praktijk, of het mogelijk én wenselijk is om verhandelbare ontwikkelingsrechten in Nederland toe te passen. Zij is op 14 januari 2010 cum laude gepromoveerd op dit onderwerp.