Samenvatting
In een klein en dichtbevolkt land als Nederland is strijd met milieukwaliteitsnormen eerder regel dan uitzondering. Vandaar dat het voorkomen en wegnemen van voor de omgeving nadelige effecten van ruimtelijke ontwikkelingen een belangrijke plaats inneemt in het omgevingsrecht. In de wet- en regelgeving wordt de verplichting tot het voorkomen en wegnemen van voor de omgeving nadelige effecten vormgegeven als de verplichting mitigerende en compenserende maatregelen te treffen, soms in combinatie met mogelijkheden tot saldering. In dit onderzoek is ten eerste geanalyseerd welke verplichtingen met betrekking tot mitigatie, compensatie en saldering uit de wet- en regelgeving met betrekking tot Natura 2000, de Ecologische Hoofdstructuur, luchtkwaliteit en stikstofdepositie volgen. Vervolgens is geanalyseerd hoe in de praktijk uitvoering wordt gegeven aan de uit deze wet- en regelgeving voortvloeiende verplichtingen. Na deze analyse van het nationale recht wordt ingegaan op de Franse wet- en regelgeving met betrekking tot mitigatie en compensatie, alsmede op de wijze waarop hier in de Franse praktijk uitvoering aan wordt gegeven. Dit teneinde te bezien of de Franse wet- en regelgeving én praktijk elementen bevatten waar de Nederlandse wetgever en praktijk van kunnen profiteren. Aangezien uit de analyse van de praktijk volgt dat verplichtingen tot mitigatie, compensatie en saldering niet in alle gevallen worden nageleefd, wordt tot slot onderzocht welke juridische oplossingsrichtingen er zijn om deze uitvoering te verbeteren, zodat een verdere achteruitgang van de kwaliteit van het milieu en de natuur kan worden voorkomen. Hiertoe wordt een tweetal instrumenten in het bijzonder bestudeerd: de voorwaardelijke verplichting en habitatbanking.