Samenvatting
Volgens de mainstream Eurocentrische versie van de geschiedenis was de Griekse beschaving de belangrijkste beschaving die er ooit geweest is. Griekenland zou namelijk de bakermat zijn van de filosofie (wetenschap en wijsbegeerte), en alle beschavingen die volgden zouden fundamenteel beïnvloed zijn door Griekenland. Historisch gezien is Europa dat deel van de wereld dat zichzelf ziet als intellectuele erfgenaam van de Grieks-Romeinse beschaving. Afrikaansgecentreerde historici wijzen er echter op dat de oude Egyptenaren Zwart waren en dat Egypte een fundamentele invloed heeft gehad op de Griekse beschaving. Dit is beslist niet zo maar uit de lucht gegrepen. De oude Grieken maken er in hun overgeleverde geschriften immers absoluut geen geheim van dat de Egyptenaren Zwart waren, dat de oorsprong van hun beschaving in Egypte ligt en hun beroemde wijze mannen aan hun kennis waren gekomen door in Egypte te gaan studeren. Ondanks dat de oude Grieken zelf gewezen hebben op de grote Egyptische invloed op hun beschaving zijn mainstream Eurocentrische oudhistorici totaal niet gediend van de conclusies die Afrikaansgecentreerde historici hebben getrokken. Zo is er de afgelopen decennia in de VS en Groot-Brittanië een hele literatuur ontstaan die Afrikaansgecentreerde historici attaqueert. Hierin heeft Mary Lefkowitz een voortrekkersrol gespeeld. Ook Nederlandse Eurocentrische oudhistorici hebben inmiddels woedend gereageerd op de conclusies getrokken door Afrikaansgecentreerde historici. Maar in hoeverre snijdt de kritiek van het Eurocentrische establishment hout? De overtuigende getuigenissen van de oude Grieken ten spijt beweert het Eurocentrische establishment met droge ogen dat er geen serieus te nemen bewijs is dat de oude Egyptenaren Zwart waren en dat oude Egyptenaren de oude Grieken fundamenteel beïnvloed Griekenland hebben. In dit werk van Djehuti-Ankh-Kheru komt onmiskenbaar naar voren dat het Eurocentrische paradigma boterzacht en flinterdun is.