Samenvatting
De juridische ‘togadragers’ vormen de spil van het rechtsbedrijf. In hun dagelijks werk geven rechters, advocaten en officieren van justitie in concrete rechtszaken invulling aan het recht. Ondanks deze centrale rol van de juridische professies werd er in de opleiding van juristen en van aankomende beoefenaren van deze beroepen weinig aandacht besteed aan waar het in deze professies nu eigenlijk om draait. Wat is de rol en functie van deze togaberoepen in de rechtsstaat? Hoe verhouden deze professionals zich tot de organisatie waarbinnen zij hun werk moeten doen? Hoe zit het met hun beroepsethiek en gedragsregels? Wat zijn de kernwaarden van rechter, advocaat en officier? In dit boek worden deze vragen voor het eerst in Nederland op een samenhangende wijze behandeld. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de betekenis voor togadragers en rechtzoekenden van het grondrecht op toegang tot het recht en in dat kader ook aan het zogeheten toevoegrecht. Ook wordt ingegaan op de ontwikkelingen op het gebied van alternatieve geschilbeslechting. Deze zijn in toenemende mate van invloed op de plaats van gerechtelijke procedures binnen de rechtspleging en daarmee ook op het werk van de togadragers. Doelgroep Dit boek is niet alleen geschikt voor studenten in de laatste fase van hun rechtenstudie, maar ook voor hen die opgeleid worden in de juridische professies. Tevens zal het boek voor degenen die al in deze professies werkzaam zijn nieuwe informatie bevatten en een ander perspectief op het vak van togadrager bieden.